Thursday, July 18, 2013

Gold and porcelain, gold and porcelain, gold and porcelain.

Ik voelde me fragiel, alsof ik er even niet meer was, in de trein van Den Haag naar Rotterdam. In die tussenfase van het station naar mijn huis. Ik zou niet meer slapen met het geroezemoes van het Patronaat op de achtergrond, mijn wasbak zou maar één kraan hebben en de douche geen drukknop. Het was zo fijn om in dat zigeunerdorp te wonen, om in de laatste zweef te zitten met Chris, om gesprekken te voeren met Raaf, nadat ik veel later terugkwam van de doorzak dan zij. Om te schommelen om zes uur 's ochtends. Ik krijg buikpijn van het feit dat ik nu weer in een gewoon huis woon. Met gewone mensen, in de gewone stad. Dat ik gewoon op tijd gratis mijn onderbroeken kan wassen en dat het water altijd warm is, Dat mijn ontbijt niet met muntjes betaald hoeft te worden.

Misschien spaar ik al mijn geld en koop ik een caravan of een woonwagen. Dan ga ik nooit echt ergens wonen, net als Ivo. Ik ga vuurvliegjes vangen en dan worden het lampjes in glazen potjes, en kampvuren stoken. Ik word hier verdrietig van, ik wil weg. Ik wil terug.

No comments:

Post a Comment