Friday, August 5, 2011

Slappe snelbinders.

Niet onopvallend is het gegeven dat mijn laatste posts slechts bestonden uit chagrijnig gemekker over ziekte en slapheid. Welnu. Om dit goed te maken zal ik een 'leuk'(nouja leuk, toen was het nog niet leuk, helemaal niet zelfs, maar nu wel, omdat het is goedgekomen)verhaal posten.

Twee dagen na mijn thuiskomst uit Letland, besloot ik mijn onderkomen ergens anders te gaan zoeken. Ik pakte mijn tas, smeet al mijn vakantiespullen eruit(en op de grond, je zou mijn kamer nu eens moeten zien)en laadde hem vervolgens vol met Hele Belangrijke Dingen(vooral ondergoed).
Mijn tas was een beetje zwaar, dus ik kwam op het briljante idee hem achterop mijn fiets te binden.

En dat had ik beter niet kunnen doen.

Ik fietste hard, en met harde muziek op, aangezien ik een beetje haast had(er moeten altijd nog honderdduizend dingen gebeuren op het moment dat je eigenlijk weg moet, fijn is dat). Toen ik instinctief na een minuut of tien controleerde of mijn tas nog op de zich daartoebehorende plek bevond, bleek dat niet het geval te zijn.

KUT.

Ging er toen door mijn hoofd.
Niet dat er veel spullen van materiële waarde inzaten, ik heb nooit geld, en ik vraag me af wat iemand moet met mijn contactlenzen. Ik spoedde mijzelf naar huis, haastig dan wel oplettend, om te kijken of mijn tas zich ergens op de weg/het trottoir bevond.

Was ook niet zo.

'Godverdegodver, oh godver, neeeee, kut, neee, godver, oh shiiiiiiit'.

Klonk het wederom door mijn hersenpan.
Thuis belde ik de politie, werd doorverwezen naar het deelgemeentekantoor(dat natuurlijk al dicht was), en dat ze me zouden bellen als er iets gevonden was. Ja Rotterdam Noord, hállo, hoe naïef kun je zijn?!

Ik zag de hele situatie lichtelijk somber in.

Wat te doen na zoiets: Nog een tas inpakken natuurlijk, en je reis voortzetten. Gelukkig zaten mijn mobiel en mp3-speler in mijn jaszak, evenals mijn huissleutels, wat weer een geluk bij een ongeluk was.
Toen ik eindelijk daar was waar ik al een uur had moeten zijn, kreeg ik een knuffel<3

Hihi.

Niet dat het hihi was, want ik was mijn tas nog steeds kwijt en dat is echt heel vervelend.
Dus, first thing in the morning om drie uur: op naar het deelgemeentekantoor. Nou ben ik zo'n kneus die niet weet hoe het daar werkt(naar mijn opinie heel menselijk; wie komt er nou vaak bij het deelgemeentekantoor, hmm?). Je kan niet doen alsof je onopvallend bent, want iedereen die niet direct doelbewust op de beurtbonnetjes-automaat afloopt(en het dus niet voor een computer houdt), geroutineerd een serie knoppen indrukt en stoïcijns-onverschillig een bonnetje uit het arme ding rukt en op zo'n oncomfortabel blauw kuipstoeltje gaat zitten, valt op.

Ik viel op.

Aarzelend loop ik op de automaat af, stiekem hopend dat er ook een knop op zit met 'mijn tas is van mijn fiets gevallen, ik kom vragen of hij gevonden is'. Dat was niet het geval. Gemeen.
Enfin, na twee keer een verkeerd bonnetje geprint te hebben en inmiddels met een beurse derrière, wordt dan toch mijn nummertje omgeroepen.

Er was niets binnengekomen.

FFFUUUUUUU.

Goed, dus ik mocht(in de stromende regen) wederom een halfuur terugfietsen. Maar daarna wel eten en slapen en film kijken en slapen en slapen en slapen.

Dat was prettig.

Diezelfde avond kreeg ik een sms'je van mijn moeder betreffende dat mijn tas gevonden was. Hoera!
Vreemd was wel dat vaderlief daarna belde(nogal boos/verontwaardigd)dat ik niet had gebeld naar aanleiding van dit bericht. Hmm.

Goed, ik moest wel vroeg opstaan(half tien, knerp knerp), maar dan heb je ook wat. Ik trok gelijk het goede bonnetje(haha, dat zal ze leren) en nam plaats. Tegenover mij zaten twee vrouwen van in de dertig(mijn vader zou ze 'toffe wijven' genoemd hebben)hun vakantie te bespreken. Lachen.

A: "Ja Pim belde me gister nog, dat hij zich zo alleen voelt en dat hij wilde dat ik langskwam, maarja ik had geen tijd natuurlijk, ik heb wel te doen met die jongen. Arme Pim. Dus nu komt -ie morgen bij me eten. Veel drank waarschijnlijk. Gezellig. Heerlijk. "
B: "Ach, ja. 't Is toch wat, dat het uit is, wat is Pim eigenlijk van jou?"
A: "Zoontje van m'n stiefvader, ken ik al zoooooooo lang. Ja, wij zijn echt hetzelfde, schat is het toch."
B: "En....?"
A: "Hè nee joh, hou op schei uit. Mijn vader zei dat ook wel eens, maar toen zei ik: 'nou pap, als er echt nìemand anders zou zijn..."
B:"Hihihi."
A: "Ja, haha."
B: "Maar vertel nou over Griekenland, kom op."
A: "Oh ja. Nou, was lachen joh. Dat huís...aaaaaaaah. Grote koelkast man. Met veel drank. Heerlijk. En op het strand gelegen, heel veel, maar ik ben geen bierdrinker en ze hadden geen wijn. Dus.."
B: "Dus wat?"
A: "Dus ging ik aan de BREEZER! AAAAAAAAAAAAAAAAH!"
B: "AAAAAAAAAAAAAH!"
A: Hihihi, maar wel gewoon aardbei ofzo hoor, of citroen, want da's net Smirnhoff, dus dat vind ik wel lekker weetje. En ze hadden ook wel Bacardi Mojito, maar die vind ik smerig. Alleen hadden ze op het strand alleen maar Bacardi watermeloen, en dat ga ik écht niet drinken hoor, kom op zeg, dan voel ik me zó jong."
B: "Jaaa, nee, zou ik ook niet doen meid, gelijk heb je."
A: "Oh, en we hebben de Akropolis beklommen. Lachen man. Ook nog op het heetst van de dag echt, en dan ik in m'n spijkkerrokje tot hiér, ik dacht echt óóóóóóóh."

(...)

Enfin, toen was ik aan de beurt. Wel stom dat de vrouw achter de balie me verkeerd verstond en me vertelde dat ik toch echt een identiteitsbewijs nodig had als ik mijn pas in ontvangst wilde nemen('Maar mevrouw, die zit in mijn tas.' 'Oooh, je tás! Ik verstond je verkeerd, kind. Sorry hoor.').
Maar glorie en hoera, daar was mijn vertrouwde tas en, wonder boven wonder, alles zat er nog in. Alleen mijn work of art button van de Tate in Londen ben ik kwijt. Snifsnif. Nouja. Moet ik mijn tas maar niet op mijn bagagedrager binden. Domme, domme Lotje.

Toen ging ik maar weer even slapen en werd ik uitgescholden voor gewapend cement.
Flauw hoor.

No comments:

Post a Comment